Heftig begin van het jaar. Kan ik dit wel bijbenen?

Het jaar is duidelijk in volle vaart begonnen, ik kan het amper bijbenen. Meteen op de eerste dag van januari vroeg mijn D me mee te doen aan een soort van schrijf-challenge. Als ik de voortekenen goed interpreteerde zou dat er vroeg of laat toch van komen. Nu meedoen betekende twee maanden de tijd, en bovendien had ik er dan zelf tenminste nog enige mate van controle over. Die beslissing was dus snel genomen.

Heftig begin van het jaar. Kan ik dit wel bijbenen?

Met mijn vrouw op visite

Als ware het een halve nieuwjaarsreceptie mocht ik aan het einde van die eerste week meteen met mijn vrouw op visite komen, al was dat niet geheel vrijblijvend. De avond stond in het teken van cell-popping, want dat vinden beide dames reusachtig interessant. Natuurlijk werd ik van te voren deels geïnformeerd, vooral over de brander, het roodgloeiende metalen puntje, het poppende geluid van de huid, en meer van die details waar ik allemaal écht niet om gevraagd had. Uiteraard ging het niet over wat er dan precies op mijn rug zou komen te staan, want daar hadden ze mij blijkbaar niet voor nodig. En het moet gezegd worden, het viel reuze mee (disclaimer: ik schrijf dit uit vrije wil zonder enige vorm van dwang), al was de tekening wel iets groter dan het spreekwoordelijke puntje op i die ik tussendoor nog opperde.

Schrijf-challenge

Nog diezelfde avond werd de tijd voor mijn schrijf-challenge abrupt teruggebracht tot een week of drie. Want vaak presteer je het beste onder druk, aldus de uitleg. Als IT-er ben ik gewend aan onmogelijke deadlines en vanuit dezelfde beroepsdeformatie is het verzinnen van allerlei redenen waarom het niet haalbaar is, gesneden koek voor me. Ondanks een stortvloed aan steekhoudende argumenten mijnerzijds wilde ze er echter niks van weten, dus het bleef bij iets meer dan drie weken.

Daar ga ik niet zo goed op, het idee dat er nog enorm veel moet gebeuren waarvan ik niet precies weet hoeveel werk dat is, laat staan hoeveel tijd dat gaat kosten. Gelukkig had ik nog twee dagen vrij voordat het echte leven me weer volledig op zou slokken, voor mijn gevoel de (enige) uitgelezen kans om er wat van te maken. Zo was het verhaal op de laatste dag van mijn vakantie af en ingestuurd. Eigenlijk mijn eerste werkdag van het jaar, want het was al na middernacht, maar een kniesoor die daarop let.

Prima verhaal!

Nog dezelfde ochtend krijg ik reactie van haar terug. Prima verhaal, maar… ze heeft nog wel wat van me nodig. Of ik even in de dierenwinkel een halsband wil gaan passen, er terplekke een selfie mee wil maken, om ‘m vervolgens aan te schaffen en mee te brengen als ik de zondag erop bij haar kom. Natuurlijk niet! Opnieuw volgenden er allerlei sterke argumenten, helaas ook opnieuw aan dovemans oren gericht. Toen de eerste paniek verdwenen was bedacht ik dat het met een goede smoes nog niet eens zo onmogelijk hoefde te zijn. Gewapend met een vrijgezellenfeest als excuus ging ik naar de dierenwinkel. Wel die van 45 kilometer verderop natuurlijk, maar dat terzijde. Gelukt, geen vuiltje aan de lucht, een selfie in de dierenwinkel met halsband én een big smile.

Die zondag belde ik in de semi-vroege ochtend stipt optijd aan. Even vrolijk als altijd opende Haar schlemieltje de deur en nadat hij en ik de nieuwste ontwikkelingen even kort met elkaar besproken hebben blijkt dat mijn optijd (aanbellen), niet haar optijd (gereed voor haar verschijnen) was. Dertien minuutjes te laat en met een lauwwarme bak koffie voor haar, loop ik de speelkamer binnen. Mijn vrolijke “Goedemorgen!” wordt niet op eenzelfde manier beantwoordt. Niet goed, dacht ik nog. De halsband had ik ook nog niet om. Ook niet goed. De koffie was niet meer heet, je raadt het al, niet goed.

Ongemakkelijke binnenkomer

Wat een ongemakkelijke binnenkomer was dit. Doorgaans knuffelen we even en praten we even bij onder het genot van een drankje, maar daar was dit keer absoluut geen sprake van. 780 (zevenhondertachtig!) seconden heeft ze moeten wachten, daar moest recht aan gedaan worden. Gelukkig zit ze niet om materiaal verlegen, want hiervoor zijn klaarblijkelijk heel wat zwepen, canes, paddles, elastieken en elastiekjes, klemmen en klemmetjes, een masker en een set boeien voor nodig. Maar dan heb je ook wat. Heel wat. Voornamelijk pijn en plezier, zij het enigzins onevenredig verdeeld over beide partijen. En toch hebben we er allebei weer van genoten.

De halsband

Twee avonden later besluit ik om die nacht met de halsband te gaan slapen, gewoon voor het gevoel, dat ding was er nu immers toch. Na het ontwaken vertel ik haar erover in mijn gebruikelijke goedemorgen-appje. Mooi, dat valt goed! Tenminste, dat denk ik. Haar bericht dat de volgende stap natuurlijk een hele week onafgebroken dragen is overrrompelt me. Of ik morgen even een selfie app als ik met halsband op kantoor zit. Nu werk ik veelal thuis, maar toch. Dat betekent dus dat ik er ook mee naar buiten moet, naar de winkel, naar de bar en ermee moet ‘sporten’ (ik ga de discussie over wat al dan niet als sport gezien dient te worden even niet aan).

Vooral die laatste baart me veel zorgen, want daarbij dragen we een wedstrijd polo-shirt, en dan is zo’n halsband dus echt niet te verhullen. Allemaal solide argumenten, toch? Ze laat me weten er kennis van genomen te hebben. Daar kan ik toch niks mee, hoe bedoelt ze dat? Het maakt me onrustig, en even denk ik zelfs dat het helemaal verkeerd gevallen is. Gelukkig blijkt dat niet het geval en we laten het verder rusten.

Vergeet je halsband niet!

Totdat… gister om half elf mijn telefoon oplicht met het bericht: “Vergeet je je halsband niet klaar te leggen voor morgenochtend?”. Morgenochtend? Wat is er dan? Wat gaat er gebeuren? De onrust is meteen terug. Ze legt uit dat die collarweek morgen begint, en wenst me een fijne nacht. Radiostilte volgt. Voordat ik vanochtend een goedemorgen-app stuur, heb ik al een selfie gemaakt. Just in case. Maar ze wil het echt doorzetten zo lijkt ’t. Echt een vreselijk naar, enorm oncomfortabele app-sessie volgt. Ze drijft me steeds verder in het nauw. Als ik het uiteindelijk van gekkigheid echt niet meer weet, besluit ik dat we vanzelf zullen gaan zien hoe het gaat lopen en wat al dan niet te doen is. Bah, ik zit er wel lelijk mee in m’n maag.

Uiteindelijk weet ze me, niet al te veel later, te vertellen dat ze van het gesprek genoten had. “De een z’n gemier is de ander z’n plezier“, ik hoor het haar bijna zeggen, haast misselijkmakend. Ze zegt dat ik er toch echt op kan (/ moet) vertrouwen dat ze me niet in onmogelijke situaties zal brengen op bijvoorbeeld het werk. Toen ik duidelijk kon maken dat ik me meer zorgen maakte over het sporten dan over het werk (want het is winter, ik draag wel een col, no problem), besluit ze dat ik hem dan, net als met het douchen, even af mag doen. Pak van m’n hart! En toch was het met stip de meest verschrikkelijke ochtend van het jaar, en ik denk (/ hoop) dat dat nog wel even zo blijft. Het jaar is duidelijk keihard van start gegaan, en ik kan het amper bijbenen.

Sub Folkwin

Meer informatie

Ork ork ork, roeren doe je met een… Verslag van Ultimate Dream
Spannende en vooral fijne visite bij Meesteres Moriah
Het Femdom diner
Verslag van Folkwin: Alles*

Lijn Mrs Moriah